Uw boekhouding laten doen?

Ervaar zorgeloos boekhouden en haal het maximale uit uw bedrijf.


Navordering en opgevraagde gegevens

17 april 2014.

Voor het opleggen van een navorderingsaanslag moet de inspecteur over een nieuw feit beschikken. Betreft dat iets waarvan hij bij het vaststellen van de primitieve aanslag al op de hoogte had kunnen zijn, dan kan hij dat niet herstellen met een navorderingsaanslag.

Een Friese melkveehouder heeft een subsidie gekregen in verband met de MKZ-uitbraak in 2001 in Ee. Zijn bedrijf hoefde niet te worden geruimd, maar had wel schade opgelopen door beperkende maatregelen voor onder meer verkeer en vervoer. In 2005 hebben de Provinciale Staten van Friesland hiervoor een subsidieverordening goedgekeurd, in het kader waarvan de veehouder een subsidieverzoek heeft ingediend voor de aankoop en exploitatie van een recreatiewoning. Aan hem en zijn echtgenote wordt een subsidie toegekend van € 65.000. De recreatiewoning en de daarvoor ontvangen subsidie zijn door zijn adviseur in box 3 in zijn aangiften IB 2006 en 2007 verwerkt. In juni 2009 laat de Provincie Friesland aan de melkveehouder weten dat de Belastingdienst in mei 2009 informatie inzake de subsidieverordening heeft opgevraagd. De provincie heeft onder andere de gegevens over de subsidiebedragen en de data van uitkering in juni 2009 aan de Belastingdienst doorgegeven. In augustus 2009 legt de inspecteur de aanslag IB 2007 op conform de ingediende aangifte. In juni 2010 laat de inspecteur aan de melkveehouder weten dat de subsidie in 2007 ten onrechte tot box 3 is gerekend en dat deze in aanmerking had moeten worden genomen als winst uit onderneming. Om een en ander te corrigeren legt de inspecteur een navorderingsaanslag over 2007 op.

Volgens de melkveehouder beschikt de inspecteur echter niet over het voor navordering vereiste nieuwe feit. De van de provincie verkregen informatie was immers ten tijde van de aanslagregeling al redelijkerwijs bekend. Hoewel de inspecteur de aanslaggegevens voor eind juli 2009 moest vaststellen en opsturen naar het computercentrum van de Belastingdienst, had de inspecteur volgens de Hoge Raad met de gegevens die hij op 19 mei 2009 van de provincie had gekregen direct de juiste primitieve aanslag kunnen opleggen of de regeling van die aanslag moeten aanhouden, totdat hij over de daartoe benodigde informatie beschikte. Nu hij noch het een, noch het ander heeft gedaan, is er sprake van een ambtelijk verzuim. De navorderingsaanslag is terecht vernietigd. Bron: HR 10-04-2014

Financieel Administratieve Dienstverlening Op Maat