Uw boekhouding laten doen?

Ervaar zorgeloos boekhouden en haal het maximale uit uw bedrijf.


Verkorting overeenkomst voor bepaalde tijd tijdens proeftijd toegestaan

12 oktober 2011.

Volgens het Hof Arnhem zijn partijen in beginsel vrij om bedingen in de arbeidsovereenkomst te wijzigen. Dat geldt ook voor de termijn waarvoor de arbeidsovereenkomst is aangegaan. Verkorting van de looptijd van een arbeidsovereenkomst tijdens de proeftijd is dan ook geen verboden verlenging van de proeftijd. Een werknemer is met ingang van 4 januari 2010 voor bepaalde tijd van één jaar, met een proeftijd van één maand, bij de werkgever in dienst getreden als commercieel medewerker. Op 2 februari 2010, kort voordat de proeftijd verstrijkt, deelt de werkgever de werknemer mee dat zij geen duidelijk beeld heeft van zijn functioneren en overweegt een beroep te doen op het proeftijdbeding, tenzij de werknemer instemt met omzetting van de arbeidsovereenkomst voor de duur van één jaar in een voor de duur van zes maanden (ingaande 4 januari 2010) en met een proeftijd van één maand.

De werknemer stemt met deze omzetting in. Vervolgens meldt de werkgever op 12 mei 2010 de werknemer dat zij de arbeidsovereenkomst op 30 juni 2010 niet wil verlengen. De werknemer is het hier niet mee eens en vordert doorbetaling van het loon. Hij stelt dat de nieuwe arbeidsovereenkomst de kennelijke strekking had om de proeftijd te verlengen, zodat deze nietig is.

De kantonrechter te Wageningen is het hiermee eens, maar het Hof Arnhem is een andere mening toegedaan. Volgens het hof mogen partijen bij een arbeidsovereenkomst nadere afspraken maken en wijzigingen in de bepalingen van die overeenkomst aanbrengen. Volgens het hof geldt dat ook voor een wijziging in de termijn waarvoor deze is aangegaan. Anders dan de werknemer meent, wordt de proeftijd op deze wijze niet verlengd, nu de werkgever gedurende de resterende looptijd van de arbeidsovereenkomst niet gerechtigd is om deze met onmiddellijke ingang op te zeggen.

Wat betreft de stelling van de werknemer dat de werkgever bij het aangaan van de nieuwe overeenkomst misbruik heeft gemaakt van de omstandigheden, overweegt het hof dat de werkgever op 2 februari 2010 heeft aangegeven dat zij overweegt een beroep te doen op het proeftijdbeding. Omdat de werkgever meende dat de werknemer nog een kans verdiende, heeft zij hem voorgesteld om de arbeidsovereenkomst te wijzigen en de looptijd te verkorten. De werknemer heeft hiermee ingestemd. De enkele omstandigheid dat hij dit heeft gedaan om te voorkomen dat de werkgever de arbeidsovereenkomst zou beëindigen, betekent volgens het hof niet dat hij daarbij op ontoelaatbare wijze onder druk is gezet. Vorig jaar oordeelde de kantonrechter te Eindhoven eveneens dat het omzetten van de arbeidsovereenkomst na beëindiging in de proeftijd ¬– in dit geval een omzetting van een overeenkomst voor onbepaalde tijd in een overeenkomst voor bepaalde tijd – niet kon worden aangemerkt als misbruik van het proeftijdbeding. In deze zaak speelde echter een belangrijke rol dat het initiatief voor de ‘tweede kans’ uitging van de werknemer. Bron: Hof Arnhem 26-07-2011

Financieel Administratieve Dienstverlening Op Maat