Ervaar zorgeloos boekhouden en haal het maximale uit uw bedrijf.
30 juni 2015
Worden administratieverplichtingen niet juist nagekomen, dan kan de Belastingdienst een naheffingsaanslag opleggen en daarbij het standpunt innemen dat de inhoudingsplichtige moet doen blijken dat de hoogte van de naheffingsaanslagen onjuist is.
Dit is de zogenoemde omkering van de bewijslast. Juist omdat de administratie gebreken vertoont, is het voor de inhoudingsplichtige heel moeilijk om in die bewijslast te slagen.
De Hoge Raad heeft onlangs in een uitspraak geoordeeld dat voor omkering van de bewijslast de administratieve gebreken die zijn geconstateerd, wel relevantie moeten hebben voor het vaststellen van de hoogte van de aanslag. De zaak betrof een horecaonderneming waar de Arbeidsinspectie in 2007 had geconstateerd dat er enkele personen werkzaam waren die niet in de administratie waren opgenomen. Bij een boekenonderzoek constateerde de fiscus gebreken in de kassa-administratie. Op basis van het onderzoek van de arbeidsinspectie werden naheffingsaanslagen loonheffing opgelegd over de jaren 2003 tot en met 2007. De fiscus meende dat er in deze zaak reden was voor omkering van de bewijslast.
Het hof had geoordeeld dat dit voor de jaren 2003-2006 niet aan de orde was. De gebreken in de administratie hadden immers geen betrekking op de loonheffing. In cassatie bevestigd de Hoge Raad dit: schending van de administratieverplichtingen kan geen omkering en verzwaring van de bewijslast tot gevolg hebben indien de gestelde gebreken niet relevant zijn voor de heffing van de belasting waarover het geschil tussen de belastingplichtige en de inspecteur bestaat. Bron: HR 26-06-2015