Uw boekhouding laten doen?

Ervaar zorgeloos boekhouden en haal het maximale uit uw bedrijf.


Gebruikelijk loon hoger vastgesteld

10 januari 2013.

Een dga die minder salaris verdient dan de meestverdienende werknemer dient goed te onderbouwen waarom zijn salaris lager is.

Als minder uren wordt gewerkt kan een urenstaat daarbij een handig hulpmiddel zijn.

Een fysiotherapeut voert zijn werkzaamheden uit middels een bv. De fysiotherapeut is directeur en enig aandeelhouder. Naast de dga zijn nog drie fysiotherapeuten in de praktijk werkzaam. Na een in 2007 ingesteld boekenonderzoek naar de aanvaardbaarheid van aangiften loonbelasting en premie volksverzekeringen over de periode 1 januari 2002 tot en met 31 december 2005, legt de inspecteur een naheffingsaanslag loonbelasting 2002 op aan de bv. De naheffingsaanslag heeft betrekking op het verschil in salaris van de meest verdienende fysiotherapeut (€ 73.330) en het salaris van de dga (€ 34.877). Volgens de inspecteur had het salaris van de dga ten minste het salaris van de meestverdienende werknemer moeten bedragen.

Op grond van de wet moet de inspecteur bewijzen dat het gebruikelijk loon van de dga hoger moet zijn dan datgene dat door de dga daadwerkelijk is genoten. De inspecteur slaagt in dit bewijs, omdat vaststaat dat het hoogst genoten loon van een van de werknemers € 73.330 bedraagt. Daarmee heeft de inspecteur aannemelijk gemaakt dat het gebruikelijk loon op een hoger bedrag moet worden vastgesteld. Het is dan aan de dga om aannemelijk te maken dat het salaris op een lager bedrag kan worden vastgesteld dan dat hogere salaris.

De dga probeert door middel van een verklaring van een collega aan te tonen dat hij parttime als fysiotherapeut werkzaam was in de praktijk en dat hij geen administratieve en leidinggevende taken had. In verband met zijn leeftijd (hij is geboren in 1934) en zijn gezondheid was de dga fysiek niet in staat het aantal declarabele uren waarop het gebruikelijk loon is gebaseerd te werken. Ook verbleef de dga een deel van het jaar in het buitenland. Hij heeft daardoor maar ongeveer 61% van het aantal uren kunnen werken. De dga kan echter geen urenstaat van de door hem gewerkte uren overleggen. Bovendien blijkt uit het boekenonderzoek dat er in de volgende jaren een stijgende lijn in het loon van de dga zit. De rechtbank en vervolgens Hof Den Haag komen daarom tot de conclusie dat de naheffingsaanslag loonbelasting terecht is opgelegd. Bron: Hof Den Haag 29-08-2012, nr. 11/00687 (gepubliceerd op 07-01-2013)

Financieel Administratieve Dienstverlening Op Maat