Ervaar zorgeloos boekhouden en haal het maximale uit uw bedrijf.
6 november 2014.
Het u een reeks fiscale procedures lopen en maakt u daarbij gebruik van beroepsmatig verleende rechtsbijstand? Let op, vanaf volgend jaar zal veel sneller dan voorheen geoordeeld worden dat het gaat om samenhangende zaken. Dit kan beteken dat bij toekenning van een kostenvergoeding voor de rechtsbijstand, die vergoeding lager kan uitvallen dan thans het geval is.
De ministers van Veiligheid & Justitie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hebben onlangs het besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) gewijzigd in verband met een verruiming van de regeling voor samenhangende zaken. Sneller dan voorheen zal er sprake zijn van samenhangende zaken in het bestuursrecht, waaronder het belastingrecht. Dit heeft gevolgen voor de hoogte van de vergoeding bij de veroordeling in de proceskosten. De kostenvergoeding voor door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand kan hierdoor lager uitvallen. Achtergrond van de aanpassing is dat nu die kostenvergoeding soms onevenredig hoog kan uitvallen. De kostenvergoeding is bedoeld als tegemoetkoming in de werkelijke kosten, maar met name als verschillende zaken met een zelfde rechtsbijstandverlener tegelijkertijd of achter elkaar worden behandeld op een zitting kan strikte toepassing van het Bpb leiden tot een onredelijk hoge vergoeding.
Daarom wordt in het besluit het begrip samenhangende zaken verruimd. Deze verruiming wordt bewerkstelligd door het schrappen van de vereisten dat het moet gaan om nagenoeg identieke besluiten waartegen op vergelijkbare gronden bezwaar is gemaakt of beroep is ingesteld. Samenhangende zaken zijn vanaf 1 januari 2015: door een of meer belanghebbenden gemaakte bezwaren of ingestelde beroepen, die door het bestuursorgaan of de bestuursrechter gelijktijdig of nagenoeg gelijktijdig zijn behandeld, waarin rechtsbijstand is verleend door dezelfde persoon dan wel door een of meer personen die deel uitmaken van hetzelfde samenwerkingsverband en van wie de werkzaamheden in elk van de zaken nagenoeg identiek konden zijn.
De rechter kan nu in situaties dat meerdere zaken gelijktijdig of nagenoeg gelijktijdig worden behandeld, en dezelfde rechtsbijstandverlener nagenoeg identieke werkzaamheden kon verrichten in iedere zaak, vaker voor de kosten de vergoeding voor één zaak (bij minder dan vier zaken) dan wel 1,5 zaak (bij vier of meer zaken) in aanmerking nemen. Dit heeft in zaken waarin een rechtsbijstandverlener (nagenoeg) identieke werkzaamheden verricht in diverse zaken tot gevolg dat de rechtsbijstandverlener niet langer voor ieder zaak apart een kostenvergoeding ontvangt. Bron: Min. V&J en Min. BZK 27-10-2014 (Stb. 2014, 411)