Ervaar zorgeloos boekhouden en haal het maximale uit uw bedrijf.
18 novermber 2013
De beleidsregels boeteoplegging Waadi zullen worden aangepast om te voorkomen dat een boete wordt opgelegd in de situatie van een zelfstandige die zich via zijn eigen bv uitleent aan een derde, maar wiens bv niet bij de Kamer van Koophandel staat geregistreerd als een onderneming die arbeidskrachten ter beschikking stelt.
Minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid doet deze toezegging in een Kamerbrief. In het kader van de bestrijding van malafide uitzendbureaus is op 1 juli 2012 de registratieplicht ingevoerd voor iedereen die arbeidskrachten ter beschikking stelt. Bij de invoering van de registratieplicht is aangesloten bij de definitie van uitlener in de Waadi, zodat de registratieplicht niet alleen geldt voor uitzendbureaus in strikte zin. Voor deze ruime definitie is gekozen om ontduiking van de registratieplicht via schijnconstructies te voorkomen.
Een consequentie hiervan was dat een zelfstandige die zijn activiteiten in een bv heeft ondergebracht onder de registratieplicht kan vallen, als hij zichzelf via zijn bv aan derden uitleent. De bv moet dan geregistreerd staan wanneer hij zijn werkzaamheden onder leiding en toezicht van de inlener verricht. Omdat dit niet altijd duidelijk is en omdat de juridische kwalificatie afhankelijk is van feiten en omstandigheden, zal een zelfstandige het zekere voor het onzekere nemen en zijn bv laten registreren, ook als dit niet nodig is.
Dit leidt tot onnodige administratieve lasten. Naar aanleiding van vragen tijdens het algemeen overleg met de Kamercommissie van Sociale Zaken en werkgelegenheid eerder dit jaar komt Asscher nu met een aanpassing van de de beleidsregels boeteoplegging Waadi. In de beleidsregels zal worden opgenomen dat in voorkomende situaties geen boete wordt opgelegd. Dit geldt zowel voor de uitlenende bv, als voor de inlener.
De aangepaste beleidsregels zullen binnenkort in de Staatscourant worden gepubliceerd. Over twee jaar wil de minister onderzoeken of deze regeling tot misbruik heeft geleid. Als dat niet het geval is, overweegt de minister zo nodig een wettelijke uitzondering van de registratieplicht voor deze groep in de Waadi op te nemen. Overigens noemt Asscher in zijn brief aan de Kamer nog een situatie waarbij een zelfstandige tegen de registratieplicht van de Waadi kan aanlopen.
Dit is het geval als een zelfstandige een collega-zelfstandige voor werkzaamheden bij een derde voordraagt en die werkzaamheden onder leiding en toezicht van die derde worden verricht. De minister heeft met de desbetreffende belangenorganisaties afgesproken dat er een gezamenlijke voorlichtingscampagne komt om zelfstandigen hierover te informeren. Bron: TK 2013-2014, 29 544, nr. 479