Ervaar zorgeloos boekhouden en haal het maximale uit uw bedrijf.
19 november 2013
De Tweede Kamer heeft op 19 november het Belastingpakket 2014 aangenomen. Bij de diverse wetsvoorstellen is een aantal moties en amendementen ingediend.
Bij het Belastingplan is een amendement aangenomen van de heer Ojik (Groen Links) waarmee leden van een coöperatie op langere termijn investeringszekerheid wordt geboden. Het gaat daarbij om coöperaties van particuliere kleinverbruikers die lokaal duurzaam opgewekte energie leveren aan het energiebedrijf. Voor leden van deze coöperaties is in het Belastingplan 2014 een verlaagd tarief voor de energiebelasting voor elektriciteit opgenomen. Als die belastingkorting komt te vervallen of wordt verminderd, wordt aan coöperaties die al van de regeling gebruik maken investeringszekerheid geboden. Daarbij wordt uitgegaan van een periode van tien jaar vanaf het moment dat de coöperatie door de Belastingdienst is aangewezen en dat de leden van de coöperatie in aanmerking komen voor het verlaagd tarief. De staatsecretaris had afgeraden dit amendement aan te nemen.
Het amendement van de heer Omtzigt (CDA) maakt het mogelijk dat bij ministeriële regeling aparte categorieën van gevaarlijke afvalstoffen worden vastgesteld waarvoor een verlaagd tarief voor het storten van afvalstoffen wordt gehanteerd, dan wel een vrijstelling geldt. Dit amendement beoogt een tariefsverlaging dan wel vrijstelling mogelijk te maken voor de in het Belastingplan 2014 (Tweede nota van wijziging) voorgestelde afvalstoffenheffing als mocht blijken dat gevaarlijk afval, zoals asbest, wordt gedumpt. Ook andere ongewenste effecten van de invoering van de afvalstoffenbelasting, zoals het niet meer laten verwijderen van asbest door bedrijven, kunnen zo volgens de indiener van dit amendement worden bestreden. Ook dit amendement werd door de staatssecretaris afgeraden.
In het amendement van de heer Groot (PvdA) bij het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen wordt geregeld dat de ontnemingsgrond voor de ANBI-status (‘haatzaaien en geweld’, in het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen uitgebreid met de toevoeging ‘het in gevaar brengen van mensen en goederen’) wordt vervangen door een nieuwe formulering waarin wordt verwezen naar artikel 67 van het Wetboek van Strafvordering. Artikel 67 definieert misdrijven waarvoor een bevel tot voorlopige hechtenis kan worden gegeven. Het begrip ‘geweld’ is noch in de fiscale wetgeving, noch in de strafwetgeving gedefinieerd. Volgens het Kamerlid is het zowel gelet op het ontbreken van een wettelijke definitie, als het feit dat intrekking van de ANBI-status in voorkomend geval disproportioneel zou kunnen zijn, nodig om specifieker aan te geven in welke gevallen intrekking van de ANBI-status passend is. Genoemd artikel 67 biedt een heldere afbakening en is minder specifiek op bepaalde organisaties gericht. Daarbij is een ondergrens in de vorm van verstoring van de rechtsorde of minimale straf dan wel noodzakelijk.
In het amendement van mevrouw Neppérus (VVD) bij het wetsvoorstel Wet fraude toeslagen en fiscaliteit wordt het overtrederbegrip in de fiscaliteit uitgebreid. Het amendement voegt een nieuw artikel 67o AWR toe dat bepaalt dat aan personen of bedrijven die anderen bewust helpen bij het niet nakomen van hun fiscale verplichtingen ook een bestuurlijke boete kan worden opgelegd. De maximale hoogte van de bestuurlijke boete die aan de doen pleger en de uitlokker kan worden opgelegd is gelijk aan de bestuurlijke boete die aan de pleger, de medepleger en de feitelijk leidinggever of opdrachtgever kan worden opgelegd. Conform het strafrecht is medeplichtigheid aan een verzuim niet beboetbaar en wordt het wettelijk maximum van de bestuurlijke boete voor vergrijpen met een derde verminderd.
Omdat de uitbreiding van het overtrederbegrip een afwijking is van de Algemene wet bestuursrecht, is in het wetsvoorstel voorzien in een horizonbepaling. Artikel 67o AWR vervalt met ingang van 1 januari 2019 tenzij voor die datum een voorstel van wet bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal is ingediend dat in het onderwerp van dat artikel voorziet. De uitbreiding ingevolge dit amendement is voor het eerst van toepassing op verzuimen en vergrijpen die zijn begaan op of na 1 januari 2014.
De enige motie die is aangenomen betreft een motie van de heer Van Ojik waarin hij de regering verzoekt de Kamer uiterlijk in 2013 te informeren (1) in welk geval een bedrijf de verplichting heeft om uiterlijk dertien maanden na afloop van het boekjaar de jaarrekening openbaar te maken via het handelsregister bij de Kamer van Koophandel, (2) hoeveel bedrijven de afgelopen vijf jaar ten onrechte verzuimd hebben te voldoen aan deze verplichting en (3) wat het kabinet gaat doen om het toezicht op deze verplichting te verbeteren. Op dit moment is onduidelijk wanneer een bedrijf deponeringsplicht heeft en hoeveel bedrijven ten onrechte niet aan deze verplichting voldoen. Bron: Tweede Kamer, 19-11-2013