Uw boekhouding laten doen?

Ervaar zorgeloos boekhouden en haal het maximale uit uw bedrijf.


Verspilde overtollige liquide middelen

12 januari 2012.

Een verlies, geleden met liquide middelen die tijdelijk overtollig waren, kan alleen worden verrekend met de winst uit onderneming als die liquide middelen op een zodanige wijze zijn belegd dat deze middelen weer tijdig in de onderneming beschikbaar zijn.

Een echtpaar runt samen in de vorm van een VOF een tandartsenpraktijk. Beiden zijn vennoot van de praktijk en ieder voor 50% gerechtigd tot de winst. De VOF beschikt over een rendementrekening ter bestrijding van de kosten van de praktijk. In juni 2004 lenen de tandartsen een bedrag van € 50.000 uit aan een derde. Voor de lening worden geen zekerheden gesteld. Wel wordt een rente in rekening gebracht van 1% per maand over de hoofdsom.

In 2006 stelt de inspecteur een boekenonderzoek in bij de VOF. Uit de stukken leidt de inspecteur af dat het bedrag van de lening in eerste instantie naar privé is overgeboekt en dat dit vervolgens is gecorrigeerd waardoor de lening op de balans van de VOF is terechtgekomen. De ontvangen rente wordt naar de zakelijke rekening overgemaakt. De derde heeft in 2005 een aantal maanden rente betaald. Hij heeft het bedrag daarna belegd bij een ander bedrijf dat niet meer aan zijn verplichtingen kan voldoen. Er wordt daarom gevreesd dat de lening zeer waarschijnlijk niet meer wordt afgelost. De inspecteur twijfelt aan de kwalificatie ondernemingsvermogen. In de jaarrekening over 2006 blijkt de lening te zijn afgeboekt tot nihil. De inspecteur heeft de afwaardering van de lening niet geaccepteerd en het belastbaar inkomen uit werk en woning gecorrigeerd. Omdat de tandartsen het niet met deze correctie eens zijn stappen ze naar de rechter.

Volgens Hof Amsterdam moet allereerst worden bekeken of lening is verstrekt binnen het kader van de normale bedrijfsuitoefening van de onderneming. Een lening kan niet tot het ondernemingsvermogen worden gerekend als de lening wordt verstrekt uit overtollige liquide middelen voor doeleinden die aan de onderneming vreemd zijn. Dat is anders als de tijdelijk overtollige liquide middelen op een zodanige wijze worden belegd dat de belegde middelen tijdig weer in de onderneming beschikbaar zijn. Volgens het hof is, gelet op de overeengekomen rente van meer dan 12% op jaarbasis, kennelijk sprake van een risicovolle lening. Ook gezien het feit dat geen enkele zekerheid is bedongen, kan niet worden gezegd dat de tijdelijk overtollige liquide middelen op zodanige wijze zijn belegd dat moet worden aangenomen dat deze middelen weer tijdig in de onderneming beschikbaar zullen zijn. De lening kan dan ook niet tot het ondernemingsvermogen worden gerekend. De aangifte is terecht gecorrigeerd. Bron: Hof Amsterdam 05-01-2012

Financieel Administratieve Dienstverlening Op Maat