Uw boekhouding laten doen?

Ervaar zorgeloos boekhouden en haal het maximale uit uw bedrijf.


Verwevenheid zakelijk en privé maakt ritten nog niet zakelijk

19 augustus 2014

Een journalist/columnist probeert vergeefs onder de bijtelling privégebruik uit te komen. Zijn stelling dat tussen privé en zakelijk bij hem geen scheidslijn is aan te brengen, waardoor alle ritten zakelijk zijn, vindt geen gehoor bij de rechter.

Een journalist/columnist werkt voor een dagblad waarvoor hij dagelijks een column schrijft over algemene maatschappelijke onderwerpen. Over de jaren 2006 en 2007 krijgt hij een naheffingsaanslagen loonheffingen en zorgverzekeringswet in verband met het privégebruik van door de werkgever ter beschikking gestelde auto’s. Voor de auto’s is in de onderhavige jaren een ‘verklaring geen privégebruik auto’ afgegeven, waardoor er geen bijtelling heeft plaatsgevonden.

De werknemer heeft over die jaren geen kilometeradministratie bijgehouden. Voor Rechtbank Noord-Holland voert de journalist/columnist aan dat alle ritten zakelijk zijn. Zijn columns hebben als onderwerp de samenleving in al haar facetten. Hij stelt dat hij iedere dag op zoek is naar onderwerpen voor zijn columns, en iedere rit – ook al gebeurt dat vaak niet – kan tot een column leiden. Er is volgens hem geen sprake van privégebruik van de auto omdat er geen scheidslijn is aan te brengen tussen privé en zakelijk. De rechtbank volgt hem niet in die stelling. In lijn met een arrest van de Hoge Raad uit 1997 is de rechtbank van oordeel dat ook bij verwevenheid niet iedere rit als zakelijk kan worden aangemerkt.

Niet kan worden gezegd dat omdat elke rit – bijvoorbeeld een autorit naar een bakker om een brood te kopen – mogelijk materiaal voor een column kan opleveren, deze rit daarom als zakelijk moet worden aangemerkt. Een dergelijke rit dient in beginsel te worden aangemerkt als een privérit. Dit is slechts anders indien de columnist met een als zodanig aanwijsbaar vooropgesteld doel een column beoogt te schrijven en hiervoor een autorit aflegt. Ook het beroep op het vertrouwensbeginsel vindt bij de rechter geen gehoor.

Het feit dat in voorgaande jaren de aangifte is gevolgd betekent nog niet dat er sprake is geweest van een standpuntbepaling door de inspecteur waaraan de belastingplichtige vertrouwen kon ontlenen. Ook zijn beroep op het gelijkheidsbeginsel – de journalist/columnist voert een voormalig burgemeester aan – bij wie bijtelling achterwege bleef. Hierover oordeelt de rechter dat voor zover die burgemeester het gestelde voordeel heeft genoten, er sprake is van een onjuiste wetsinterpretatie die niet kan leiden tot een geslaagd beroep op het gelijkheidsbeginsel. Bron: Rb. Noord-Holland 14-07-2014

Financieel Administratieve Dienstverlening Op Maat