Uw boekhouding laten doen?

Ervaar zorgeloos boekhouden en haal het maximale uit uw bedrijf.


Verkoopwinst valt onder terbeschikkingstellingsregeling

6 maart 2012.

De verkoopwinst die wordt behaald met de verkoop van landerijen, die eigendom zijn van de partner van een agrarische ondernemer en die aan die ondernemer ter beschikking worden gesteld voor zijn bedrijf, valt onder de terbeschikkingstellingsregeling.

Een vrouw heeft in 1999, samen met haar partner en een derde, landerijen gekocht. De vrouw is voor een derde eigenaar van de grond. De grond rekent zij tot haar box 3-vermogen. De landerijen stelt zij ter beschikking aan haar partner die IB-ondernemer is en agrarisch bedrijf heeft. Op hun verzoek is aan de drie eigenaren van de grond in 1999 toegezegd dat de verruimde vervangingsreserve mag worden toegepast. In februari wordt een deel van de grond aan de gemeente verkocht, waarvan circa een derde eigendom van de vrouw is. Haar deel van de grond heeft € 183.557 opgebracht terwijl de waarde op 1 januari 2001 € 74.572 bedroeg. De eigenaresse heeft met de verkoop dus een winst behaald van € 108.985. Dit bedrag heeft zij niet in haar aangifte inkomstenbelasting 2004 aangegeven. De inspecteur heeft bij het vaststellen van de aanslag de aangifte gecorrigeerd en een bedrag van € 118.032 toegerekend aan resultaat uit overige werkzaamheden, waarvan € 108.985 betrekking heeft op de verkoopwinst.

Vraag is of er inderdaad sprake is van resultaat uit overige werkzaamheden. Vaststaat dat de vrouw de landerijen tot haar box 3-vermogen heeft gerekend en zij deze ter beschikking heeft gesteld aan haar partner, die een verbonden persoon is, om te gebruiken in zijn agrarische onderneming. Dit betekent volgens het hof dat de terbeschikkingstellingsregeling van toepassing is en dat het verkoopresultaat moet worden toegerekend aan het belastbare inkomen uit werk en woning. Aan de beoordeling of er sprake is van het rendabel maken van vermogen op een wijze die normaal, actief vermogensbeheer te buiten gaat omdat de vrouw over voorkennis zou beschikken, komt het hof niet meer toe. Volgens het hof kan ook niet worden gezegd dat de vrouw ondernemer is. Daarvoor zijn onvoldoende feiten naar voren gebracht.

De goedkeuring van de inspecteur om in aanmerking te komen voor verruimde vervangingsreserve maakt dit niet anders. Die goedkeuring werd verleend naar aanleiding van een onjuiste voorstelling van zaken, namelijk dat de vrouw ondernemer was. Aan een standpuntbepaling afgegeven door de inspecteur kan geen vertrouwen worden ontleend als deze standpuntbepaling op een onjuiste voorstelling van zaken is gebaseerd. De Hoge Raad heeft de uitspraak bevestigd. HR 02-03-2012; Hof Leeuwarden 30-05-2011

Financieel Administratieve Dienstverlening Op Maat