Uw boekhouding laten doen?

Ervaar zorgeloos boekhouden en haal het maximale uit uw bedrijf.


Einde tbs na eigendomsoverdracht

29 maart 2012.

Zolang de economische en juridische eigendom van onroerende zaken niet zijn overgedragen, dient de dga rekening te houden met een zakelijke vergoeding voor het ter beschikking stellen van onroerende zaken.

Een directeur/enig aandeelhouder verhuurt onroerende zaken aan zijn werkmaatschappij. De werkmaatschappij vormt samen met de holding een fiscale eenheid. De verhuuropbrengsten neemt de dga op in zijn aangifte als resultaat uit overige werkzaamheden. Op 31 december 2002 koopt de werkmaatschappij de onroerende zaken. In de notariële akte wordt vastgelegd dat de bv de koopsom (€ 495.000) voldoet door overname van de hypotheekschuld, door verrekening van een rekening-courantvordering van de bv op de dga en door uitgifte van aandelen. De boekwaarde van de onroerende zaken bedroeg op dat moment € 485.726.

In de akte wordt vastgelegd dat als de waarde is gedaald op het moment van de juridische levering, de verkoper de koper zal compenseren. Verder is bepaald dat de zakelijke lasten voor rekening van de bv komen, maar dat de risico’s van tenietgaan en waardeverandering voor rekening van de dga komen. Ook de beheers- en beschikkingshandelingen blijven bij de dga. Na overdracht van de onroerende zaken aan de bv is een naheffingsaanslag overdrachtsbelasting opgelegd die is vernietigd omdat geen sprake is van verkrijging van economische eigendom.

In zijn aangifte IB 2002 en aangifte IB 2004 gaat de dga er van uit dat de terbeschikkingstelling is geëindigd door de koopovereenkomst. In de aangifte IB 2002 houdt de dga rekening met de verkoopopbrengst van de onroerende zaken. De inspecteur corrigeert de aangiften IB 2002 en IB 2004. Volgens de rechtbank vloeien uit de koopovereenkomst drie rechten voort: de bv heeft voor onbepaalde tijd het recht van gebruik, de bv heeft een recht op levering van de onroerende zaken en de bv heeft recht op compensatie bij verschil tussen de koopprijs en de waarde bij levering. Voor deze rechten heeft de bv een bedrag vooruitbetaald.

Van die rechten is alleen de eerste relevant voor de vraag welk belastbaar voordeel de dga uit tbs heeft genoten en of er in 2004 sprake was inkomsten uit tbs. Er is terecht aangenomen dat noch de economische noch de juridische eigendom is overgegaan op de bv. Tot het moment van daadwerkelijk levering is er daarom sprake van terbeschikkingstelling van onroerende zaken door de dga. De dga moet dan ook een (zakelijke) opbrengst in aanmerking nemen als resultaat uit overige werkzaamheden. De betaling van € 495.000 in 2002 moet volgens de rechtbank worden gezien als een vooruitbetaling van de tegenprestatie voor de overdracht van de onroerende zaken.

Tegenover de (vooruit)betaling staat immers een (uitgestelde) verplichting tot levering. De toezegging om het verschil in waarde te compenseren is daarbij niet van belang. De vooruitbetaling van de koopsom heeft geen gevolgen voor het belastbare inkomen uit werk en woning in 2002, maar omdat de terbeschikkingstelling niet is geëindigd moet jaarlijks wel een vergoeding in aanmerking worden genomen. Hoe moet worden omgegaan met de rente op de hypothecaire lening laat de rechtbank buiten beschouwing.

Hoewel de dga door de bv is bevoordeeld omdat de bv geen vergoeding heeft bedongen voor de betaalde rente, doet dit niet ter zake omdat dit tot een verhoging van het belastbare inkomen uit werk en woning zou leiden en dit kan niet in een beroepsprocedure. Bron: Rb. Den Haag 10-02-2012

Financieel Administratieve Dienstverlening Op Maat