Ervaar zorgeloos boekhouden en haal het maximale uit uw bedrijf.
12 janauri 2016
In geval van een pleitbaar standpunt blijft een boete achterwege. Een holding-bv die geconfronteerd wordt met een naheffingsaanslag loonheffingen en een boete meent met een beroep op een pleitbaar standpunt onder de boete uit te kunnen komen, maar krijgt de rechter daarin niet mee. Een dga van een holding bv krijgt van een werkmaatschappij, waarvan de holding alle aandelen houdt, volgtijdelijk personenauto’s ter beschikking die hij ook voor privédoeleinden gebruikt.
Voor het privégebruik betaalt de dga een vergoeding van € 0,19 per kilometer aan de holding. Voor het privégebruik past de holding geen bijtelling tot bij het loon van de dga. De inspecteur legt een naheffingsaanslag loonheffingen op over de waarde van het privégebruik minus de betaalde vergoeding. Tevens legt de inspecteur een boete op van (uiteindelijk) 25% van de nageheven loonheffingen. Tot de gedingstukken hoort een artikel dat gaat over een constructie tegen bijtelling voor privégebruik van de auto van de zaak, op basis waarvan belanghebbende zich beroept op een pleitbaar standpunt.
De crux van de structuur gaat over de juridische verhoudingen en de kostenverdeling waarbij zowel de werkgever als de werknemer een overeenkomst sluiten met de leasemaatschappij; de werkgever voor het zakelijk gebruik en de werknemer voor het privégebruik. De werkgever betaalt een vergoeding voor het zakelijk gebruik en de werknemer voor privégebruik aan de leasemaatschappij. Volgens het artikel geldt de bijtelling voor privégebruik in dat geval niet. In geschil is of de vergrijpboete terecht en tot het juiste bedrag is opgelegd. Rechtbank Gelderland overweegt het volgende.
Er is sprake van een pleitbaar standpunt indien voor dit standpunt, ook al is dit onjuist, zodanige argumenten zijn aan te voeren dat niet kan worden gezegd dat belanghebbende door het innemen van dat standpunt dermate lichtvaardig heeft gehandeld dat het aan haar grove schuld te wijten is dat te weinig belasting is geheven. Hierbij is van belang dat het algemeen bekend is dat bijtelling wegens privégebruik volgt in het geval van een voor privégebruik ter beschikking gestelde auto. Dit geldt ook wanneer de auto niet door de werkgever zelf ter beschikking is gesteld, maar met medeweten van de werkgever door een derde.
In casu kan geen twijfel over het toepassen van het autokostenforfait hebben bestaan. Een beroep op de publicatie van het artikel maakt dit niet anders. De werkwijze in het artikel wordt niet gevolgd door de jurisprudentie. Bovendien geeft het artikel de onzekerheid hierover al aan. Daarnaast heeft belanghebbende een eigen variant van de constructie toegepast. Waar in het artikel gebruik werd gemaakt van een derde, een leasemaatschappij, is dit in casu niet het geval. Bovendien staat niet in het artikel dat volstaan zou kunnen worden met een vergoeding van € 0,19 per kilometer voor privégebruik. De rechtbank oordeelt dat van een pleitbaar standpunt geen sprake is. Een vergrijpboete van 25% is passend en geboden. Het beroep is ongegrond. Bron: Rb. Gelderland, 31-12-2015