Ervaar zorgeloos boekhouden en haal het maximale uit uw bedrijf.
26 februari 2015
De VAR 2014 blijft voorlopig geldig, mits de opdrachtnemer hetzelfde werk doet onder dezelfde omstandigheden en voorwaarden. Dit antwoordt staatssecretaris Wiebes op vragen van de Vaste Kamercommissie van Financiën naar aanleiding van de vertraging bij de behandeling van het wetsvoorstel Beschikking geen loonheffing.
Vorig jaar, voor de indiening van het wetsvoorstel Beschikking geen loonheffingen, was al aangekondigd dat de VAR 2014 in de eerste maanden van 2014 nog geldig zou blijven. Ook in het wetsvoorstel Beschikking geen loonheffingen (BGL) was opgenomen dat de geldigheid van de VAR nog zou doorlopen tot de inwerkingtreding van het wetsvoorstel. Eind vorig jaar werd echter duidelijk dat het wetsvoorstel niet met de aanvankelijk voorziene vaart door de Tweede Kamer zou kunnen worden geloodst. Van diverse kanten zijn alternatieven voor het wetsvoorstel aangedragen. FNV Zelfstandigen, Stichting ZZP Nederland, Zelfstandigen Bouw, FNV en CNV Vakmensen hebben, net als VNO-NCW en MKB Nederland, een alternatief voor de BGL voorgesteld.
Dit alternatief betreft een model waarin, in combinatie met een vereenvoudiging van het systeem, zowel opdrachtnemer als opdrachtgever een verantwoordelijkheid hebben voor de juistheid van de feiten en omstandigheden zoals die aan de Belastingdienst zijn gepresenteerd. Het kabinet wil dit alternatief voor de BGL eerst onderzoeken. Volgens Wiebes is van belang dat het voorstel zowel beantwoordt aan de doelstellingen van het kabinet, voldoende draagvlak heeft en goed uitvoerbaar is voor opdrachtgevers en opdrachtnemers en voor de Belastingdienst. In het voorjaar van 2015 zal hij de Tweede Kamer hierover een brief sturen. Daarin zal hij ook ingaan op de gevolgen voor het wetsvoorstel en de geldigheid van de VAR 2014. Bron: TK 2014-2015, 34 036, nr. 8