Ervaar zorgeloos boekhouden en haal het maximale uit uw bedrijf.
10 februari 2015.
De Hoge Raad heeft het nog maar eens bevestigd: als de eigenaar van een vakantiewoning met een verhuurbemiddelaar een contract sluit dat hij de vakantiewoning niet meer dan negentig dagen in een jaar mag gebruiken, dan heeft de vakantiewoning niet meer dan die negentig dagen aan de eigenaar ter beschikking gestaan. Ook niet als de woning in de rest van het jaar niet verhuurd is geweest. De eigenaar is dan ook geen forensenbelasting verschuldigd.
Een eigenaar van een vakantiewoning op Ameland ontvangt van de gemeente een voorlopige aanslag forensenbelasting 2011. De eigenaar heeft niet zijn hoofdverblijf op Ameland. De vakantiewoning wordt voor korte periodes verhuurd. In september 2004 wordt een verhuurbemiddelingsovereenkomst gesloten met een verhuurder. In november 2010 wordt die overeenkomst aangevuld. Volgens de bemiddelingsovereenkomst heeft de verhuurder het exclusieve recht om op naam van de verhuurder en voor rekening en risico van de eigenaar de vakantiewoning te verhuren. Ieder gebruik van de vakantiewoning, zowel door de eigenaar als door anderen, moet tijdig aan de verhuurder worden opgegeven. De eigenaar mag de vakantiewoning per kalenderjaar voor een periode van maximaal negentig dagen voor eigen gebruik terughuren. Dit moet hij voor 1 oktober van het voorafgaande kalenderjaar doorgeven aan de verhuurder. In aanvulling op de bemiddelingsovereenkomst is vastgelegd dat het eigen gebruik nadrukkelijk is gemaximeerd op negentig dagen per kalenderjaar.
De gemeente Ameland is van mening dat de eigenaar in 2011 op meer dan negentig dagen van het belastingjaar over de vakantiewoning kan beschikken en legt daarom een voorlopige aanslag forensenbelasting op. De gemeente stelt uiteindelijk cassatie in bij de Hoge Raad.
Uit een arrest van de Hoge Raad uit 1995 volgt dat moet worden aangenomen dat een gemeubileerde woning, die weliswaar bestemd is voor verhuur maar ook in enige mate door de eigenaar zelf wordt gebruikt, door de eigenaar voor zichzelf of zijn gezin beschikbaar wordt gehouden voor het gedeelte van het jaar dat eigen gebruik niet in verband met verhuur of aan derden toegekende rechten tot verhuur is uitgesloten. Volgens het hof blijkt uit de aanvulling op de bemiddelingsovereenkomst dat de eigenaar de vakantiewoning in 2011 niet meer dan negentig dagen ter beschikking kon hebben voor eigen gebruik. Vaststaat dat de woning daadwerkelijk niet meer dan negentig dagen is gebruikt door de eigenaar. Daar de rechten van verhuur aan een derde zijn toegekend, zoals aangegeven in het arrest van de Hoge Raad, stond de vakantiewoning de eigenaar voor niet meer dan negentig dagen ter beschikking. De omstandigheid dat de woning, in delen van het jaar waarin eigenaar haar niet zelf heeft gebruikt noch voor eigen gebruik heeft gereserveerd, niet steeds is verhuurd, maakt dit volgens het hof niet anders, evenmin als de omstandigheid dat eigenaar bij het reserveren voor eigen gebruik van de woning in de loop van het jaar kon kiezen uit alle dagen waarop de woning nog niet was verhuurd. De Hoge Raad heeft de uitspraak van het hof bevestigd. Bron: HR 06-02-2015