Ervaar zorgeloos boekhouden en haal het maximale uit uw bedrijf.
Leent u geregeld uitzendkrachten in van een uitzendbureau, of leent u werknemers uit aan andere ondernemingen? Let dan op. Met ingang van 27 april 2012 is de regelgeving omtrent uitzendwerk aangepast aan de richtlijnen van de Europese Unie (de zogeheten Uitzendrichtlijn).
De implementatie van de Uitzendrichtlijn heeft op zich geen grote gevolgen voor Nederland, omdat het merendeel van de verplichtingen die voortvloeien uit de richtlijn al op basis van Nederlandse wet- en regelgeving gelden. De implementatie van de Uitzendrichtlijn heeft wel geleid tot een aantal aanpassingen van de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (WAADI) en de Wet op de ondernemingsraden (WOR).
Uitzendkrachten krijgen door de wijzigingen voortaan recht op ten minste dezelfde arbeidsvoorwaarden die gelden voor werknemers werkzaam in gelijkwaardige functies bij de inlener. Het gaat hierbij om een limitatief aantal arbeidsvoorwaarden: loon (functieloon en loon over overuren, feestdagen, vakantiedagen, enzovoort) en overige vergoedingen zoals reisurenvergoeding, reiskosten, koffiegeld. Daarnaast betreft het zaken die betrekking hebben op arbeidstijden zoals pauzes, rusttijden, nachtarbeid, duur van vakanties en het werken op feestdagen. Bij cao kunnen partijen onder bepaalde voorwaarden van deze gelijke behandelingsnorm afwijken. Een dergelijke afwijking kan worden afgesproken in de cao van de uitlener, zoals bijvoorbeeld het geval is in de ABU-cao. Een andere mogelijkheid is om in de cao van de inlener afwijkende afspraken te maken.
De inlenende onderneming moet uitzendkrachten voortaan inlichten over interne vacatures, zodat zij dezelfde kansen op een vaste baan hebben als de werknemers die bij de inlener in dienst zijn. Dit kan via een algemene aankondiging, zoals bijvoorbeeld via het intranet van de inlener.
Uitzendkrachten mogen geen belemmeringen ondervinden om bij de inlener in dienst te treden. Dit verbod laat onverlet dat uitzendbureaus aan de inlener een redelijke vergoeding kunnen vragen voor aan de inlener verleende diensten in verband met de terbeschikkingstelling, aanwerving en opleiding van uitzendkrachten.
Uitzendkrachten moeten toegang krijgen tot de bedrijfsvoorzieningen of diensten in de inlenende onderneming onder dezelfde voorwaarden als de werknemers van de inleners. Denk hierbij bijvoorbeeld aan kantines, kinderopvang en vervoersfaciliteiten. Het is wel mogelijk dat een objectieve reden een verschil in behandeling rechtvaardigt. Beschikt uw onderneming over een ondernemingsraad? Let op: minimaal één maal per jaar dient u dan aan de ondernemingsraad (OR) schriftelijk algemene gegevens te verschaffen inzake uitzendkrachten die werken in de onderneming, zoals dit nu ook geldt voor eigen medewerkers. Ook zult u daarbij informatie aan de OR moeten geven over het verwachte het aantal uitzendkrachten in het komende jaar. Bron: AWVN, 1-05-2012