Uw boekhouding laten doen?

Ervaar zorgeloos boekhouden en haal het maximale uit uw bedrijf.


Alleen een natuurlijke persoon aansprakelijk te stellen?

2 december 2012

Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden volgt uit de wet dat alleen een natuurlijke persoon aansprakelijk kan worden gesteld voor door een vennootschap niet-betaalde vennootschapsbelasting. Een vennootschap (A) was tot 31 juli 2007 enig aandeelhouder en bestuurder van een bv (B) die een aan haar toebehorende en verhuurde kantoorvilla heeft verkocht. Hiervoor heeft de bv een herinvesteringreserve (HIR) gevormd van de boekwinst. Na verkoop van de kantoorvilla, heeft de bv zich ook georiënteerd op de aankoop van vervangend vastgoed. Na de verkoop van het pand heeft vennootschap A het vervreemdingsvoordeel in rekening courant bij bv B opgenomen.

Op 31 juli 2007 heeft A aandelen in B verkocht en geleverd aan een derde bv voor een bedrag van € 869.570. De liquide middelen van B ad € 273.250 zijn op een derdenrekening van de notaris gestort. Dezelfde dag koopt B onroerende zaken aan voor € 2,5 miljoen. Deze onroerende zaken waren dezelfde dag al twee keer eerder voor € 750.000 van eigenaar gewisseld. Voorts rusten er hypotheekrechten en beslagen op die veel hoger zijn dan € 2,5 miljoen. B doet over 2007 geen Vpb-aangifte en gaat in 2008 failliet. Met de inspecteur ontstaat een geschil over de vraag of A op grond van artikel 40 IW aansprakelijk kan worden gesteld voor een gedeelte van de aan B opgelegde aanslag in de vennootschapsbelasting.

In tegenstelling tot Rechtbank Gelderland is Hof Arnhem-Leeuwarden van mening dat zowel de tekst van artikel 40 IW, als de geschiedenis van het artikel, geen ruimte biedt om een rechtspersoon aansprakelijk te stellen voor de vennootschapsbelasting die een lichaam waarvan zij aandeelhouder is geweest verschuldigd is, doch die geheel of gedeeltelijk onbetaald is gebleven. Volgens het hof richt artikel 40, eerste lid, IW zich op ‘degene die, al dan niet tezamen met zijn partner en zijn bloedverwanten in de rechte lijn, direct of indirect voor ten minste één derde gedeelte van het geplaatste kapitaal aandeelhouder is in een vennootschap (…)’. In deze tekst kan ‘degene’ in samenhang met de daarop volgende tussenzin die gelet op de bedoeling van de tekst onlosmakelijk is verbonden met dat begrip, niet anders worden geduid dan als een natuurlijk persoon. Bovendien is niet gebleken dat vennootschap A op moment van verkoop van de aandelen al wist of behoorde te weten dat B zijn belastingschulden op korte termijn niet zou kunnen voldoen. Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 28-11-2014

Financieel Administratieve Dienstverlening Op Maat