Uw boekhouding laten doen?

Ervaar zorgeloos boekhouden en haal het maximale uit uw bedrijf.


Werkgever mag afgaan op door het Uwv gegeven deskundigenoordeel

24 augustus 2011.

Het Uwv heeft aan een werkgever een loonsanctie van 52 weken opgelegd omdat zonder deugdelijke grond onvoldoende re-integratie-inspaningen zijn verricht. De werkgever stelt zich op het standpunt dat zij voldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht, omdat zij het deskundigenoordeel van het Uwv heeft gevolgd.

De Centrale Raad van Beroep (CRvB) overweegt dat uit de voorhanden gedingstukken blijkt dat de werkgever op 12 maart 2007 aan het Uwv heeft verzocht om een deskundigenoordeel. In reactie hierop heeft de arbeidsdeskundige bij brief van 19 maart 2007 aan de werkgever meegedeeld dat hij op grond van de resultaten van zijn onderzoek van oordeel was dat de werknemer beperkingen had, maar dat dit niet wegneemt dat er sprake was van benutbare mogelijkheden en dat de werknemer in staat was om deel te nemen aan re-integratie-activiteiten. In de tweede aanvraag om een deskundigenoordeel, door het Uwv ontvangen op 6 november 2007, heeft de werkgever als vraagstelling geformuleerd "toetsing of de inspanningen tot re-integratie van werkgever en werknemer voldoende zijn". In antwoord hierop heeft de arbeidsdeskundige bij brief van 14 november 2007 meegedeeld dat de werkgever tot dat moment voldoende re-integratie-inspanningen heeft ontplooid om de werknemer te begeleiden naar passende arbeid. Gelet op de vraagstelling van de werkgever en het antwoord van het Uwv is de CRvB, anders dan de Rechtbank, van oordeel dat het de werkgever niet duidelijk kon zijn dat zij niet mocht uitgaan van het deskundigenoordeel.

Van enig voorbehoud, dat de door de arbo-arts gehanteerde uitgangspunten niet mede zijn beoordeeld en bevestigd in het deskundigenoordeel, is niet gebleken. Dat het Uwv naar aanleiding van het tweede verzoek van de werkgever om een deskundigenoordeel heeft volstaan met een arbeidskundige beoordeling en niet tevens een verzekeringsgeneeskundig onderzoek heeft laten instellen, kan naar het oordeel van de CRvB niet aan de werkgever worden tegengeworpen. Het Uwv kan dan ook worden gehouden aan het deskundigenoordeel, inhoudende dat de werkgever tot dat moment voldoende re-integratie-inspanningen had verricht.

Op basis van dat oordeel ligt het voor de hand dat de werkgever de ingeslagen weg heeft voortgezet en het re-integratietraject in het tweede spoor heeft vervolgd op de wijze en in de mate zoals zij al deed, tot het moment waarop het outplacementtraject met een eindverslag in mei 2008 werd afgerond. Het Uwv heeft voorts niet aannemelijk gemaakt dat de werkgever vanaf de datum van het tweede deskundigenoordeel tot het einde van de wachttijd alsnog tekort is geschoten en in die periode onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht. Tegen de achtergrond van het genoemde deskundigenoordeel moet dan ook worden geconcludeerd dat het bestreden besluit van het Uwv niet op een deugdelijke grondslag berust en mitsdien moet worden vernietigd, aldus de CRvB.

Financieel Administratieve Dienstverlening Op Maat