Uw boekhouding laten doen?

Ervaar zorgeloos boekhouden en haal het maximale uit uw bedrijf.


Verbetering huurbescherming ondernemers dichterbij

10 juli 2012.

Een initiatiefwetsvoorstel van de Kamerleden Gesthuizen (SP), Smeets (PvdA), Blanksma-Van den Heuvel(CDA) en Van Gent (GL) moet een betere huurbescherming voor ondernemers dichterbij brengen. Aanleiding voor het wetsvoorstel zijn berichten over ondernemers die bij renovatie uit hun panden worden gezet , terwijl geen enkele rekening wordt gehouden met hun belangen.

Vorige week is een gewijzigd voorstel van wet naar de Tweede Kamer gestuurd. Ondernemersorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland hebben tevreden gereageerd op de stap van de vier partijen. Volgens de indieners van het wetsvoorstel maken verhuurders van bedrijfsruimte de afgelopen jaren namelijk steeds vaker gebruik van de ruimte en mogelijkheden die artikel 7:296 BW hen biedt.

Nu kan de verhuurder tegen het einde van de eerste huurtermijn (doorgaans 5 jaar) de huurovereenkomst opzeggen wegens dringend eigen gebruik, waaronder ook renovatie wordt begrepen. Volgens branchevereniging Detailhandel Nederland wordt er naar schatting in honderden gevallen per jaar van die mogelijkheid gebruik gemaakt.

Volgens de brancheorganisatie zijn de laatste twee jaar ruim 2000 winkels door hun verhuurder onder druk zijn gezet door middel van de renovatiebepaling. Hun huurcontract is beëindigd of huurders moesten bijvoorbeeld huurverhogingen accepteren. De indieners passen artikel 7:296, lid 1, onderdeel b BW nu zo aan dat renovatie niet meer onder dringend eigen gebruik wordt begrepen. Verhuurders kunnen dus niet meer een huurovereenkomst van bedrijfsruimte in verband met renovatie beëindigen tegen het einde van de eerste huurtermijn zonder dat de belangen van de huurder hierbij in ogenschouw worden genomen. Volgens de indieners leidt dit tot een betere bescherming voor huurders van bedrijfsruimte, zonder verhuurders de kans te ontnemen hun bedrijfsruimte te renoveren.

Verhuurders die daadwerkelijk willen renoveren kunnen immers gebruik blijven maken van artikel 7:220. Bij de toepassing van dit artikel dienen de belangen van de huurder te worden meegenomen bij de vaststelling van het redelijk voorstel aan de huurder en kan een huurder niet zonder pardon uit diens bedrijfsruimte worden gezet. Een ander voorstel in het wetsvoorstel is dat de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bij ministeriële regeling tevens een minimumbijdrage zal vaststellen in de verhuis- en inrichtingskosten voor de huurders van bedrijfsruimte. Bron: TK 2011-2012, 33018, nr. 2, 3 en 4

Financieel Administratieve Dienstverlening Op Maat