Uw boekhouding laten doen?

Ervaar zorgeloos boekhouden en haal het maximale uit uw bedrijf.


Teruggave van btw en de wettelijke termijn

10 december 2015

Volgens Hof Amsterdam moet een aangifte binnen de gestelde wettelijke termijn zijn ingediend of moet binnen die wettelijke termijn zijn verzocht om uitreiking van een aangiftebiljet om in aanmerking te komen voor teruggaaf van btw.

Wanneer een aangiftebiljet na de wettelijke termijn wordt uitgereikt maar binnen de door de inspecteur gestelde termijn wordt ingediend, bestaat geen recht op teruggave.

Een eigenaar van zonnepanelen verzoekt op 7 april 2013 om teruggave van btw in verband met de aanschaf van die zonnepanelen. De teruggave heeft betrekking op het tijdvak 1 september 2012 tot en met 31 december 2012. Vaststaat dat de eigenaar als ondernemer voor de btw kan worden aangemerkt. Op 7 maart 2013 heeft AG Sharpston van het HvJ EU een conclusie genomen in de zaak Fuchs. Volgens die conclusie is een particulier ondernemer voor de btw indien hij economische activiteiten verricht zoals het exploiteren van zonnepanelen. De eigenaar heeft de Belastingdienst vervolgens op 8 maart 2013 verzocht om hem aan te merken als ondernemer voor de btw. Op 3 april 2013 heeft de ondernemer bericht gehad dat hij als zodanig staat geregistreerd.

Daarbij werd een aangiftebiljet uitgereikt: Aangiftebiljet omzetbelasting startende ondernemers voor het aangiftetijdvak 1 september 2012 tot en met 31 december 2012. Uiterste inleverdatum voor het aangiftebiljet is 6 mei 2013. De inspecteur stelt de aangifte eind mei 2013 bij beschikking vast op nihil. Volgens Rechtbank Noord-Holland heeft de ondernemer tijdig aangifte gedaan omdat de inspecteur de uiterste inleverdatum voor de aangifte op 6 mei 2013 had gesteld. Nu binnen die termijn aangifte is gedaan, heeft de ondernemer recht op teruggave. De inspecteur is het daar niet mee eens en stapt naar het hof.

Volgens de inspecteur is sprake van termijnoverschrijding en hoeft geen teruggave te worden verleend. Vaststaat dat de ondernemer vanaf 1 september 2012 btw verschuldigd is en aangifte moet doen. Hof Amsterdam stelt dat de ondernemer op basis van de wet uiterlijk 31 oktober aangifte had moeten doen over het derde kwartaal, in dit geval september 2012, en op 31 januari 2013 aangifte had moeten doen over het vierde kwartaal 2012. Omdat de ondernemer niet werd uitgenodigd om aangifte te doen had hij voor de aangegeven data om een aangiftebiljet moeten verzoeken.

Hoewel de ondernemer op 8 maart 2013 om een aangifte heeft verzocht voor het betreffende tijdvak en de aangifte voor de gestelde termijn heeft ingediend, heeft de ondernemer niet binnen de gestelde wettelijke termijn aangifte gedaan. Het verzoek om teruggaaf is dan ook niet tijdig gedaan.

Het hof merkt op dat, als de ondernemer wel tijdig om uitreiking van een aangiftebiljet had verzocht en de feitelijke aangifte later zou zijn gedaan, in dat geval de strekking van de wettelijke bepalingen meebrengt dat niet-ontvankelijkverklaring van het verzoek om teruggaaf achterwege blijft als de ondernemer de door de inspecteur dan gestelde termijn in acht neemt. Het hof geeft verder aan dat het tijdig voldoen aan het door de inspecteur gedane verzoek om aangifte te doen op zichzelf niet tot gevolg heeft dat het uit die aangifte voortvloeiende te betalen bedrag aan btw ook tijdig is voldaan of het in die aangifte vervatte verzoek om teruggaaf tijdig is ingediend.

Een andere opvatting zou ertoe leiden dat ook over al lang verstreken tijdvakken nog tijdig een verzoek om teruggaaf kan worden gedaan. De inspecteur moet namelijk aan een verzoek om uitreiking van een aangiftebiljet tegemoet komen, ook als dat verzoek betrekking heeft op al lang verstreken tijdvakken. Ook dan moet hij een redelijke termijn voor indiening van de aangifte stellen. Vanwege die gestelde termijn mag niet zomaar worden geconcludeerd dat daarmee uitstel voor het doen van aangifte is verleend, tenzij het verzoek om uitreiking op tijd is gedaan. Hof Amsterdam heeft in deze zaak niet aangegeven of er ook een mogelijkheid is tot ambtshalve teruggaaf. Bron: Hof Amsterdam 24-11-2015

Financieel Administratieve Dienstverlening Op Maat