Uw boekhouding laten doen?

Ervaar zorgeloos boekhouden en haal het maximale uit uw bedrijf.


Een op de vijf werknemers is flexwerker

5 juni 2012.

Tussen 2001 en 2011 is het aandeel flexwerkers gegroeid van 13% naar 18%, zo blijkt uit cijfers van het CBS. Het merendeel van de flexwerkers betreft jongere werknemers.

Van de ruim 6,3 miljoen werknemers in 2011 met een baan voor minimaal twaalf uur per week had bij een op de vijf (18%) een flexibele arbeidsrelatie. In 2001 bedroeg het aandeel flexwerkers nog 13 procent. De groei van het aantal flexwerkers vond vooral plaats in de jaren 2004 tot en met 2007. Toen groeide de economie sterk en nam de werkgelegenheid voor flexwerkers fors toe. In 2008 was het aandeel flexwerkers bijna 18%. In 2009 kromp de economie en daalde het aantal flexwerkers. Wanneer het slecht gaat met de economie verliezen werknemers met een flexibele arbeidsrelatie als eerste hun baan.

De afname van flexwerk was echter minder groot dan de toename in de jaren ervoor. Het aandeel flexwerkers daalde in 2009 naar bijna 17%, maar is daarna weer wat toegenomen tot bij 18% in 2011. De toename van het aantal flexwerkers over komt vooral door het aandeel werknemers met een tijdelijk contract met uitzicht op een vast dienstverband en vaste uren. In 2011 ging het om bijna 7% van de werknemers, tegen 4% in 2001. Ook het aandeel oproepkrachten groeide tot 3% in 2011. Het aandeel uitzendkrachten is echter redelijk stabiel gebleven en lag zowel in 2001 als 2011 rond de 3%. Vooral onder jongeren (15 tot 25 jaar) is het aandeel flexwerkers sterk toegenomen. In 2001 had 35% van de werknemers in die leeftijdsklasse een flexibele arbeidsrelatie; vorig jaar was dat ruim de helft (52%). Ook in de leeftijdsklasse van 25 tot 35 jaar nam het aandeel flexwerkers toe. Jongere werknemers zijn in 2011 vooral vaker dan voorheen aan het werk als oproepkracht. Bron: CBS, 29-05-2012

Financieel Administratieve Dienstverlening Op Maat