Ervaar zorgeloos boekhouden en haal het maximale uit uw bedrijf.
19 augustus 2015
Maar al te vaak wordt aangenomen dat ingeval van grensoverschrijdende arbeid de inhoudingsplicht eenvoudig te bepalen is aan de hand van de in een belastingverdrag uitgewerkte 183-dagen regeling.
Verblijft een uitgezonden werknemer voor minder dan 183 dagen over de grens, dan zou er niets veranderen voor de inhoudingsplicht. Maar de toewijzing van de inhoudingsplicht houdt vaak meer in dan het tellen van dagen, zeker bij het inlenen en uitlenen van arbeidskrachten. Dit ondervond een Belgische werkgever die werknemers voor opdrachten naar Nederland uitzond. De betreffende werknemers werkten minder dan 183 dagen in Nederland, maar toch liep de Belgische werkgever tegen naheffingsaanslagen loonheffing, met toepassing van het anoniementarief, aan. Volgens de fiscus, en dit is door Rechtbank Zeeland West-Brabant onlangs bevestigd, was de werkgever wel degelijk inhoudingsplichtig in Nederland.
In dit geval was er namelijk sprake van uitlening van arbeidskrachten en dan kan sprake zijn van materieel werkgeverschap met daaraan verbonden heffingsrecht voor het werkland. In de Wet op de Loonbelasting is een regel opgenomen die bepaalt dat een dienstverlener inhoudingsplichtig is als hij als intermediair optreedt bij de terbeschikkingsstelling van arbeidskrachten voor werkzaamheden in Nederland. In combinatie met materieel werkgeverschap, betekent dit dat de uitlener vanaf de eerste werkdag loonbelastingverplichtingen heeft. Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 15-06-2015 (publ. 11-08-2015)