Uw boekhouding laten doen?

Ervaar zorgeloos boekhouden en haal het maximale uit uw bedrijf.


Belastingplan 2013

18 september 2012.

Op Prinsjesdag is het Belastingplan 2013 gepresenteerd. Het Belastingpakket beslaat ditmaal zes wetsvoorstellen: naast het Belastingplan 2013 de Wet herziening fiscale behandeling eigen woning, Wet verhuurderheffing, Wet herziening fiscale behandeling woon-werkverkeer, Wet elektronische registratie notariële akten en Overige fiscale maatregelen 2013. We geven hier een overzicht van enkele belangrijke en opvallende voorstellen.

Woningmarkt

Zoals aangekondigd in het Begrotingsakkoord 2013 wordt de aftrek van hypotheekrente versomberd. Voor leningen die op of na 1 januari 2013 worden gesloten is de betaalde rente alleen nog aftrekbaar als die in 30 jaar volledig en ten minste volgens een annuïtair aflossingsschema wordt afgelost. Een vergelijkbare regeling geldt voor mensen die hun bestaande hypotheek verhogen: alleen renteaftrek als annuïtair wordt afgelost. Bestaande gevallen worden niet geraakt door de nieuwe regels. Vanaf 1 januari 2013 komen nieuw gesloten kapitaalverzekeringen niet meer in aanmerking voor de vrijstelling in box 1. Nieuw is de verhuudersheffing die wordt ingevoerd. Verhuurders van meer dan 10 woningen moeten vanaf 2013 een heffing van 0,0014 procent betalen over de waarde van de woningen die ze verhuren in de gereguleerde sector. In 2014 wordt dat 0,231 procent.

Woon-werkverkeer

Reiskosten gemaakt voor woon-werkverkeer kunnen vanaf 2013 niet langer onbelast vergoed worden. Wel kan de werkgever er voor kiezen de werknemer een deel van de kosten te vergoeden uit de vrije ruimte van de werkkostenregeling. Zakelijke reizen, niet zijnde woon-werkverkeer, kunnen dit jaar nog onverminderd onbelast vergoed worden. Voor loodgieters, wijkverpleegkundigen en andere ambulante werknemers geldt dat het merendeel van de reizen naar de werkplek wordt aangemerkt als een zakelijke en dus onbelaste rit. Pas als langer dan een jaar naar dezelfde werkplek wordt gereisd, is sprake van woon-werkverkeer. De reis naar de vaste werkgever wordt gezien als woon-werkverkeer en wordt dus belast. Werkgever en werknemer bepalen samen wat als vast werkadres wordt aangemerkt. Ritjes naar dat vaste werkadres komen niet in aanmerking voor een onbelaste reiskostenvergoeding. Meerdere adressen van de werkgever kunnen aangemerkt worden als vast werkadres. Ook is sprake van woon-werkverkeer als op regelmatige basis wordt gereisd tussen de woning en een werkplaats waar in belangrijke mate werkzaamheden worden verricht. Dat kan dus een ander werkadres zijn dan die welke tussen werkgever en werknemer zijn overeengekomen. Voor zzp’ers geldt dat reizen naar opdrachtgevers gelden als zakelijke kilometers, tenzij langer dan een jaar naar dezelfde werkplek gereisd wordt. Voor leaserijders en voor houders van openbaar vervoerabonnementen is overgangsrecht vastgesteld overeenkomstig het Begrotingsakkoord 2013.

Werkkostenregeling

In afwachting van de resultaten van de in het Belastingplan 2012 aankondigde evaluatie van de werkkostenregeling wordt vooralsnog de financiële ruimte ingevuld die voor verruiming van deze regeling reeds was ingeboekt. Afdrachtvermindering onderwijs De omvang van het te volgen opleidingsprogramma wordt bepalend voor de maximale periode van toepassing van de afdrachtvermindering onderwijs. Om werkgevers te stimuleren zich meer in te spannen hun duale werknemers een diploma te laten behalen wordt voorgesteld een aanvullende afdrachtvermindering in te voeren voor de varianten bbl en werkend-leren op hbo-niveau. Deze aanvullende afdrachtvermindering wordt aan het einde van de opleiding, bij het met goed gevolg afronden van de opleiding (behalen van het beoogde diploma), in aanmerking genomen. Daartoe wordt de gedurende de opleiding in aanmerking te nemen afdrachtvermindering onderwijs voor de varianten bbl en werkend-leren op hbo-niveau verlaagd. De afdrachtvermindering onderwijs voor startkwalificatie komt te vervallen.

Afdrachtvermindering S&O

De eerste schijf wordt verlengd naar € 200.000. Deze maatregel is met name van belang om het MKB meer mogelijkheden te bieden om door te groeien, omdat vooral de kleinere tot middelgrote bedrijven van een schijfverlenging profiteren. Verder acht het kabinet het van belang om, met het oog op het vestigingsklimaat, het plafond van de S&O-faciliteit evenals in voorgaande jaren vast te stellen op € 14 miljoen. Als dekking van deze verruimingen wordt het tarief in de eerste schijf verlaagd naar 38% en wordt het starterstarief verlaagd tot 50%.

Vennootschapsbelasting

In verband met de invoering van de flex-bv wordt de voorwaarde om een fiscale eenheid te vormen aangescherpt. De moedermaatschappij moet ten minste 95% van de stemrechten in de dochter bezitten. De thincapregeling komt te vervallen.

Financieel Administratieve Dienstverlening Op Maat