Ervaar zorgeloos boekhouden en haal het maximale uit uw bedrijf.
18 november 2015
In een brief aan de Eerste Kamer geeft staatssecretaris Wiebes aan hoe hij de overgang naar de werkwijze van het wetsvoorstel Deregulering beoordeling arbeidsrelatie wil realiseren. Na overleg met organisaties van opdrachtnemers en opdrachtgevers heeft hij een transitieplan met drie fases opgesteld. Het transitieplan is na overleg met FNV Zelfstandigen, PZO-ZZP, Zelfstandigen Bouw, ZZP Nederland, VNO-NCW en MKB Nederland opgesteld.
Het plan kent drie fases: tot 1 april 2016: voorbereiding 1 april 2016 tot 1 januari 2017: implementatie daarna: nieuwe werkwijze geldt onverkort. Tijdens de eerste fase, de voorbereiding, blijft de VAR nog gewoon geldig. Opdrachtgevers kunnen er zekerheid aan ontlenen. Heeft men een VAR, dan blijft die geldig tot 1 april 2016, heeft men geen VAR of zijn de omstandigheden gewijzigd, dan kan nog altijd een VAR worden aangevraagd. In deze voorbereidingsfase zal naast voorlichting het opstellen van model- en voorbeeldovereenkomsten belangrijk zijn.
In samenspraak met organisaties van opdrachtnemers en opdrachtgevers is besloten om in de voorbereidingsfase niet meer te streven naar ongeveer 40 voorbeeldovereenkomsten. De Belastingdienst zal (samen met deze organisaties) meer algemene modelovereenkomsten ontwikkelen, die in een groot aantal situaties en sectoren toepasbaar zijn. In de tweede fase, van 1 april 2016 tot 1 januari 2017, moet de nieuwe werkwijze worden geïmplementeerd. In de implementatiefase geldt de VAR niet meer, er kan dus voor de situatie na 1 april 2016 geen zekerheid meer aan worden ontleend. Verwacht wordt dat opdrachtnemers en –gevers gaan werken volgens de nieuwe werkwijze met een model- of voorbeeldovereenkomst of een individuele overeenkomst die zij aan de fiscus voorleggen. De Belastingdienst zal in deze fase wel controleren, maar niet bestraffen (tenzij er overduidelijk sprake is van grove schuld en opzet; de inspecteur moet dit aantonen!).
De nadruk zal liggen op voorlichting en zo mogelijk een helpende hand. Voor opdrachtnemers en –gevers geldt wel inspanningsverplichting om hun werkwijze in overeenstemming te brengen met de overeenkomst waarmee wordt gewerkt. Na 1 januari 2017 tenslotte wordt er vanuit gegaan dat er volgens de nieuwe werkwijze wordt gewerkt. Er wordt dan ofwel buiten dienstbetrekking gewerkt, ofwel er moeten loonheffingen worden afgedragen en voldaan. De Belastingdienst zal een correctieverplichting of naheffingsaanslag opleggen indien er sprake is van een dienstbetrekking en niet geen loonheffingen worden afgedragen en voldaan. Bron: MvF 16-11-2015