Uw boekhouding laten doen?

Ervaar zorgeloos boekhouden en haal het maximale uit uw bedrijf.


Lagere btw-correctie van de baan

17 april 2013.

De Hoge Raad is het met Hof Amsterdam eens dat ondernemers met auto’s met een lage CO2-uitstoot ongerechtvaardigd worden begunstigd doordat zij een lagere btw-correctie op het privégebruik van de auto mogen toepassen. Echter, het uitbreiden van de begunstiging tot auto’s met een hogere CO2-uitstoot leidt tot een nog omvangrijkere inbreuk op de btw-regelgeving in Europees verband.

De zaak draaide om een belastingplichtige ondernemer die een btw-correctie van 12% x 14% wilde in plaats van een btw-correctie van 12% over de bijtelling van 25% wegens privégebruik van zijn auto van de zaak. Rechtbank Haarlem en vervolgens Hof Amsterdam beslisten in 2011 en 2012 dat het verschil in btw-correctie op milieuvriendelijke en andere auto’s in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Tegen die hofuitspraak tekende de staatssecretaris cassatie aan bij de Hoge Raad.

De Hoge Raad oordeelt nu dat het hof aan zijn oordeel dat hiermee inbreuk wordt gemaakt op het gelijkheidsbeginsel ten onrechte de gevolgtrekking verbindt dat het begunstigende beleid voor milieuvriendelijke auto’s ook moet gelden voor auto’s met een hogere CO2-uitstoot. Volgens de Hoge Raad houdt de lagere btw-correctie voor milieuvriendelijke auto’s al een ongerechtvaardigde begunstiging in, waarmee inbreuk wordt gemaakt op de BTW-richtlijn 2006.

De uitbreiding van deze begunstiging tot auto’s met een hogere CO2-uitstoot leidt volgens de Hoge Raad tot een nog omvangrijker inbreuk op de btw-regelgeving. Een uitbreiding van dit begunstigend beleid naar minder milieuvriendelijke auto’s zou volgens de Hoge Raad ook in strijd zijn met de – op zich aanvaardbare – milieudoelstellingen van dit begunstigende beleid. De Hoge Raad is van oordeel dat de ongeoorloofde begunstiging naar CO2-uitstoot moet worden gestaakt. De staatssecretaris heeft dit beleid terecht beëindigd met het besluit dat 1 juli 2011 is ingegaan.

De Hoge Raad merkt nog op dat hetgeen in het arrest is overwogen met betrekking tot het privégebruik van een personenauto die ter beschikking is gesteld aan een werknemer van de ondernemer, van overeenkomstige toepassing is op de tot 1 juli 2011 in Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968 opgenomen regeling over het privégebruik van een personenauto die aan de ondernemer zelf ter beschikking staat. Dat betreft dan niet het gelijkheidsbeginsel als beginsel van behoorlijk bestuur, maar het verbod van discriminatie als norm voor wetgevende maatregelen. HR 12-04-2013

Financieel Administratieve Dienstverlening Op Maat