Ervaar zorgeloos boekhouden en haal het maximale uit uw bedrijf.
17 mei 2016.
Betalingsonmacht kan een verschoningsgrond zijn voor het niet betalen van griffierecht. De Hoge Raad heeft hier richtlijnen voor opgesteld. Een vennootschap die een beroep doet op betalingsonmacht vangt echter bij Hof Arnhem-Leeuwarden bot: de richtlijnen gelden alleen voor natuurlijke personen, een rechtspersoon kan hier geen beroep op doen. Een vennootschap stelt hoger beroep in tegen een uitspraak van de rechtbank. De griffier wijst de belanghebbende op de verschuldigdheid van griffierecht.
Bij aangetekende brief wordt de vennootschap in de gelegenheid gesteld het griffierecht binnen 28 dagen bij te schrijven. Daarbij wijst de griffier erop dat bij niet-tijdige betaling het hoger beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard. Het griffierecht wordt niet binnen 28 dagen betaald, waarna het hof het hoger beroep niet ontvankelijk verklaart. Hiertegen tekens de bv verzet aan. Er volgt een uitnodiging voor mondelinge behandeling van de zaak, maar ter zitting van het hof verschijnt er niemand namens de vennootschap.
In verzet voert de vennootschap aan dat zij niet in staat is het verschuldigde griffierecht te voldoen. Tenzij redelijkerwijs kan worden geoordeeld dat de indiener van het hoger beroep in verzuim is geweest, leidt niet (tijdige) betaling van het griffierecht tot niet-ontvankelijkheid van het beroep. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden overweegt het volgende. In een arrest overweegt de Hoge Raad dat in gevallen waarin de heffing van griffierecht het voor de rechtzoekende onmogelijk of uiterst moeilijk maakt om gebruik te maken van een opengestelde bestuursrechtelijke rechtsgang, geen sprake is van verzuim. In een ander arrest geeft de Hoge Raad richtlijnen voor de behandeling van een beroep op betalingsonmacht.
Deze richtlijnen zien echter uitsluitend op een geval waarbij een natuurlijk persoon een beroep doet op betalingsonmacht. De richtlijnen gelden niet voor een rechtspersoon. Een beroep op betalingsonmacht levert daarom in dit geval geen verschoningsrecht op voor het niet betalen van het griffierecht. Het hof verklaart het verzet ongegrond. Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 10-05-2016