Ervaar zorgeloos boekhouden en haal het maximale uit uw bedrijf.
31 Januari 2017
Dalende huizenprijzen hebben een dempende invloed gehad op de hoogte van de nalatenschappen. In 2014 lieten ruim 138.000 overledenen bijna € 13,6 miljard aan vermogen na. In 2011 was dat nog € 15,1 miljard. Het nagelaten bedrag bestond in 2014 voor € 16,4 miljard uit bezittingen en € 2,8 miljard aan schulden. De nagelaten woning vormt de grootste post in de nalatenschappen. Het saldo van de nagelaten eigen woning kwam in 2014 uit op € 5,2 miljard. Van de 42.000 overledenen die een woning nalieten (31 procent) had de woning een mediane waarde van € 136.000. Bij 60 procent van deze erflaters rustte nog een hypotheekschuld op de woning. Meer dan 90 procent van de overledenen liet bank- en spaartegoeden na, een op de negen nalatenschappen bevatte effecten met een totale waarde van € 2 miljard. Het mediane nagelaten vermogen van alle overledenen kwam in 2014 uit op € 19.600, ruim € 2.000 lager dan in 2011. Ruim 13 procent van de erflaters liet € 200.000 of meer na, meer dan 60 procent liet minder dan € 50.000 na. Van de overledenen lieten 8.000 een schuld na, 17.000 bezaten minder dan duizend euro.
De groep overledenen die een schuld naliet is sinds 2011 gestegen van 3 procent naar 6 procent. Het nagelaten vermogen is groter naarmate erflaters ouder zijn. Zij hebben namelijk langer de tijd gehad om vermogen op te bouwen dan jongeren. Erflaters van 70 tot 75 jaar lieten het meeste vermogen na, in doorsnee € 24.000. Overledenen tussen 75 en 95 jaar lieten tussen € 21.000 en € 23.000 euro. De omvang van het nagelaten vermogen verschilt sterk tussen mannen en vrouwen. Mannen lieten in doorsnee € 23.000 na, € 5.000 meer dan vrouwen. Maar ongehuwde vrouwen lieten gemiddeld weer € 11.000 meer vermogen na dan ongehuwde mannen. Getrouwde mannen daarentegen laten € 3.000 meer na dan getrouwde vrouwen en een weduwnaar € 10.000 meer dan een weduwe. Scheiden is nadelig voor de nalatenschap: overledenen die gescheiden waren, lieten het minst na, ongeveer € 3.000 voor zowel mannen als vrouwen. Bron: CBS 30-01-2017