Uw boekhouding laten doen?

Ervaar zorgeloos boekhouden en haal het maximale uit uw bedrijf.


Dga blijft aansprakelijk voor btw

14 november 2012.

Een dga die in het verleden met zijn bv een fiscale eenheid voor de omzetbelasting is aangegaan, blijft hoofdelijk aansprakelijk voor de omzetbelastingschulden van die fiscale eenheid. Daarbij maakt het niet uit dat niet langer wordt voldaan aan de materiële voorwaarden van het bestaan van de fiscale eenheid als gevolg van het Van der Steen-arrest.

Een directeur en enig aandeelhouder van een bv dient op 23 december 2002 samen met de bv bij de inspecteur een verzoek in om als fiscale eenheid voor de btw te worden aangemerkt. De inspecteur heeft dit verzoek op 20 mei 2003 ingewilligd. In 2005 heeft de fiscale eenheid voor de tijdvakken juli 2005 en augustus 2005 aangifte voor de omzetbelasting gedaan, zonder belasting af te dragen. De inspecteur legt vervolgens naheffingsaanslagen op aan de fiscale eenheid. De ontvanger heeft de dga vervolgens aansprakelijk gestelde omzetbelastingschulden. Op 18 oktober 2007 doet het Europese Hof van Justitie uitspraak in de zaak Van der Steen. Hierdoor staat vast dat de dga en de bv niet hebben voldaan aan de voorwaarden om te worden aangemerkt als een fiscale ondernemer.

Hof Amsterdam komt daarom tot de conclusie dat het niet in overeenstemming met het doel en strekking van de beschikking is, wanneer een materieel onjuiste beschikking tot gevolg zou hebben dat een aansprakelijkheid ontstaat die zonder die beschikking niet zou hebben bestaan. De Hoge Raad is echter een andere mening toegedaan. Op basis van de Invorderingswet zijn natuurlijke personen en lichamen in de zin van de AWR, die op basis van de Wet OB aangemerkt zijn aangemerkt als een fiscale eenheid, hoofdelijk aansprakelijk voor de omzetbelasting die is verschuldigd door die fiscale eenheid of door deze personen en lichamen. Dat is slechts anders als de inspecteur schriftelijk ervan in kennis is gesteld dat vanwege gewijzigde omstandigheden er geen fiscale eenheid omzetbelasting meer bestaat.

Dit betekent dat er een hoofdelijke aansprakelijkheid ontstaat voor betrokken personen en lichamen. Die hoofdelijke aansprakelijkheid is er ook in de periode dat vanwege gewijzigde omstandigheden niet langer wordt voldaan aan de materiële voorwaarden voor het bestaan van een fiscale eenheid. De aansprakelijkheid blijft bestaan totdat de inspecteur van het niet langer bestaan van de fiscale eenheid in kennis is gesteld. Zodra een inspecteur een beschikking fiscale eenheid heeft afgegeven en deze onherroepelijk is geworden brengt de Invorderingswet mee dat de fiscale eenheid bestaat. Daarbij maakt het niet uit dat nimmer aan de materiële voorwaarden voor een fiscale eenheid is voldaan. HR 09-11-2012

Financieel Administratieve Dienstverlening Op Maat