Ervaar zorgeloos boekhouden en haal het maximale uit uw bedrijf.
22 Maart 2018
Volgens de Hoge Raad geldt voor de heffing over verzwegen omzet die op een buitenlandse rekening is gestald de verlengde navorderingstermijn niet. De inkomsten zijn namelijk niet in het buitenland opgekomen. Voor verzwegen in het buitenlands vermogen en inkomsten die in het buitenland zijn opgekomen geldt er een verlengde navorderingstermijn. Maar hoe zit het dan met verzwegen Nederlandse omzet die in het buitenland op een bankrekening wordt gezet? Een echtpaar met een ijssalon stortte in 2005 een bedrag van € 60.000 in contanten op een Luxemburgse rekening. In 2014 maakte het echtpaar gebruik van de inkeerregeling en biechtte de buitenlandse spaarrekening op. De Belastingdienst legde vervolgens met betrekking tot 2005 navorderingsaanslagen op ter zake van inkomen uit sparen en beleggen (box 3) en inkomen uit werk en woning (box 1) voor de verzwegen omzet.
Hof Den Haag had in deze zaak geoordeeld dat de verlengde navorderingstermijn niet van toepassing was voor de verzwegen omzet. Het bedrag van de storting vond haar oorsprong uitsluitend in Nederland (de omzet van de ijssalon). Dat het naderhand in het buitenland is gestort is onvoldoende om die inkomsten onder de verlengde navorderingstermijn te laten vallen. De Hoge Raad volgt dit oordeel van het hof. De winstbestanddelen hadden geen aanknopingspunt met een ander land dan Nederland. In dat geval kan dan niet gesteld worden dat ze zijn opgekomen in het buitenland. En dat wordt ook niet anders als ze naderhand buiten het zicht van de fiscus op een buitenlandse rekening worden gestort. De staatssecretaris deed nog een beroep op een eerder arrest van de Hoge Raad uit 2004, maar anders dan in de huidige zaak betrof het daar inkomsten voor in Nederland verrichte activiteiten die rechtstreeks werden uitbetaald op een buitenlandse rekening. HR 16-03-2018