Ervaar zorgeloos boekhouden en haal het maximale uit uw bedrijf.
In een reactie op een brief van het Platform Zelfstandige Ondernemers (PZO) over de registratieplicht en de gevolgen voor zzp'ers, schrijft minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid dat bij het opnemen van de registratieplicht in de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi) bewust ervoor is gekozen om de doelgroep van de wet niet in te perken.
Het PZO had in februari aan de Kamer geschreven dat de registratieplicht in de Waadi, zoals die nu geldt veel zzp'ers zou verplichten zich te registreren onder de Waadi. Het betreft dan vooral dga-zzp'er die via de eigen bv worden uitgeleend aan een opdrachtgever en sinds de wetswijziging onder de Waadi valt. Volgens het PZO worden deze dga geconfronteerd met een hoge administratieve lastendruk en dit wordt door de registratieplicht verhoogd wanneer zij zich en masse dienen te registreren.
Ook is het te riskeren bedrag volgens het PZO zeer fors, zeker voor een zzp’er die geheel voor eigen rekening en risico opereert. Ook het proces van handhaving roept de nodige vragen op. PZO schreef dat een Reparatiewet op zijn plaats zou zijn. Minister Asscher schrijft in de Kamerbrief dat bij het opnemen van de registratieplicht in de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi) bewust ervoor is gekozen om de doelgroep van de wet niet in te perken. Alle bedrijven die arbeidskrachten ter beschikking stellen, zoals omschreven in de Waadi, moeten zich registreren, niet alleen de uitzendbureaus in strikte zin.
Dit betekent dat bijvoorbeeld ook detacheerders en payrollbedrijven onder de registratieplicht vallen. Bij de totstandkoming van de wet is overwogen om deze doelgroep in te perken. Hiervan is echter afgezien omdat juist malafide uitzendbureaus dit zouden kunnen gebruiken om door middel van schijnconstructies de registratieplicht te ontwijken. Consequentie hiervan is wel dat bijvoorbeeld dga’s die zichzelf via hun bv als arbeidskracht aan derden uitlenen, onder de registratieplicht kunnen vallen. Bron: Min SZW, 19-03-2013, nr. 2013-0000030982