Ervaar zorgeloos boekhouden en haal het maximale uit uw bedrijf.
Heeft de eigenaar van een woning eenmaal zich aangemeld voor digitale toezending van WOZ-beschikkingen door de gemeente? Dan kan hij niet meer van de gemeente eisen dat zij hem de WOZ-beschikkingen op papier doet toekomen.
De eigenaar van een geschakelde bungalow gaat in beroep tegen de WOZ-beschikkingen voor de jaren 2019 en 2020. De gemeente heeft de WOZ-beschikking 2019 van € 455.000 op 28 februari 2019 digitaal verstuurd via de site MijnOverheid. Op 4 mei 2020, ruimschoots na de bezwaartermijn van zes weken, dient de eigenaar van de bungalow zijn bezwaarschrift tegen deze beschikking in. Maar volgens hem is deze termijnoverschrijding verschoonbaar. Zijn motivering is dat hij heeft verzocht een toezending van een hard copy van de WOZ-beschikking. De gemeente werpt vervolgens tegen dat de man zich uit eigen beweging heeft aangemeld voor digitale toezending door de gemeente. Rechtbank Midden-Nederland concludeert daarom dat de gemeente in zo’n situatie ervoor mag kiezen om de beschikking digitaal bekend te maken. Het bezwaarschrift van de man is daarom niet-ontvankelijk. De rechtbank verklaart het beroepschrift tegen de WOZ-beschikking 2019 ongegrond. Bovendien heeft de man beroep aangetekend tegen de WOZ-beschikking voor 2020, die een WOZ-waarde vermeldt van € 478.000. De man vindt een WOZ-waarde van € 415.000 meer gepast. Ook stelt hij dat de gemeente zijn garage ten onrechte als afzonderlijk object heeft gewaardeerd. De rechtbank merkt op dat de garage vanuit de woning niet zichtbaar is. Verder heeft deze garage een eigen kadastraal nummer. En dus is geen sprake van een samenstel van eigendommen. De garage is terecht als een afzonderlijk object gewaardeerd. De onroerende zaak is correct afgebakend. Bovendien maakt de gemeente met een taxatiematrix aannemelijk dat zij de waarde van de woning niet te hoog heeft vastgesteld. Bij de waardebepaling heeft zij voldoende rekening gehouden met de verschillen tussen de referentiewoningen en de woning. Daarbij valt te denken aan de gebruiks- en perceeloppervlakte, ligging en onderhoudstoestand. De rechtbank verklaart het beroep tegen de WOZ-beschikking 2020 daarom ook ongegrond. Bron: Rb. Midden-Nederland 14-07-2021 (gepubl. 04-05-2022)