Ervaar zorgeloos boekhouden en haal het maximale uit uw bedrijf.
19 Juli 2017
Een horecaondernemer wordt door twee ex-werknemers gevorderd achterstallig loon te voldoen.Volgens de werknemers was het loon dat op hun salarisspecificaties stond vermeld lager dan het volgens de cao geldende loon. De werkgever bestrijdt de vordering van beide werknemers met de stelling dat hij wel degelijk voldoende had betaald, maar dat hij een deel van het loon contant (zwart) aan de medewerkers had betaald. Maar om de rechters hierin te overtuigen, heeft hij meer nodig dan zijn verklaring. Het lukt hem niet om de kantonrechter te overtuigen, en ook in hoger beroep bij Den Bosch slaagt hij er niet in.
Ondanks ettelijke bewijspogingen van de werkgever, waaronder kwitanties, getuigenverklaringen van andere ex-werknemers en de inmiddels gepensioneerde boekhouder - slaagt hij hierin niet. De beide werknemers betwisten bijvoorbeeld dat zij ooit de kwitanties getekend hebben en een hiervoor ingeroepen deskundige bevestigt niet de stelling van de horecaondernemer dat de handtekeningen op de kwitanties echt door beide werknemers zijn gezet. Ook het overige bewijs - de getuigenverklaringen - weten het hof niet te overtuigen. Het enige dat de stelling van de ondernemer staaft is zijn eigen verklaring. En alleen daarop kan het hof zijn oordeel niet baseren. Bron: Hof Den Bosch, 20-6-2017
