Uw boekhouding laten doen?

Ervaar zorgeloos boekhouden en haal het maximale uit uw bedrijf.


Overgangsregeling voor Britten na brexit

29 Januari 2019

Nederland loopt vooruit op een harde brexit met een overgangsregeling voor Britse onderdanen die in Nederland verblijven. Britten en hun familieleden die vóór de brexit op 29 maart rechtmatig in Nederland verblijven, mogen in het geval van een no deal in ieder geval nog 15 maanden in Nederland blijven wonen, werken en studeren. De overgangsregeling geldt ook voor familieleden van Britse burgers die zelf geen EU-nationaliteit hebben. De Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) gaat de ongeveer 45.000 Britten die rechtmatig in Nederland verblijven in deze periode (15 maanden) uitnodigen om een aanvraag voor een definitieve verblijfsvergunning in te dienen die nodig is na de overgangsperiode. De IND doet dit verspreid over de overgangsperiode, zodat alle betrokkenen in de gelegenheid worden gesteld om hun toekomstig verblijf in Nederland goed te regelen.

Britse burgers komen in aanmerking voor deze vergunning als ze voldoen aan dezelfde verblijfsvoorwaarden die gelden voor EU-burgers. Na deze periode is een definitieve verblijfsvergunning nodig. Britten die momenteel gerechtigd zijn op een verzekering voor de zorgverzekeringswet, een kinderbijslaguitkering, kindgebonden budget of huursubsidie ontvangen, blijven deze ontvangen (blijven hiertoe gerechtigd) gedurende de overgangsperiode, zo lang als men aan de voorwaarden blijft voldoen. Voor studenten geldt dat recht blijft bestaan op studiefinanciering, net zoals voor andere EU onderdanen. Britten die pas na de brexit besluiten in Nederland te willen wonen, werken of studeren, kunnen een verblijfsvergunning als derdelander aanvragen. Zij kunnen een verblijfsvergunning wel in Nederland aanvragen en worden vrijgesteld van het vereiste voor een Machtiging tot Voorlopig Verblijf (MVV ), net als bijvoorbeeld Amerikanen, Canadezen, Japanners en Zuid-Koreanen. Bron: AWVN 10-01-2019; IND 8-01-2019

Financieel Administratieve Dienstverlening Op Maat